Dankwoord
Voor de totstandkoming van het basisrapport van de Meetnetten Natuurlijk Milieu vond heel wat overleg plaats binnen en buiten INBO. Heel wat betrokkenen hebben bijgedragen met documenten, data, schema’s, inzichten, enzovoort.
Onze dank gaat dan ook uit naar heel wat mensen.
Heel wat INBO-collega’s hebben op één of meerdere manieren bijgedragen. Sommigen deden dit via een bevraging naar het belang van milieudrukken voor habitats in Vlaanderen, wat in een apart document verder wordt uitgewerkt. We bedanken (in willekeurige volgorde): Arne Verstraeten, Johan Peymen, Heidi Demolder, Gerlinde Van Thuyne, Maarten Hens, Arno Thomaes, Andy Van Kerckvoorde, Robin Guelinckx, Desiré Paelinckx, Jan Wouters, Luc De Keersmaeker, Ralf Gyselings, Bart Vandevoorde, Rémar Erens, Ivy Jansen, Patrik Oosterlynck, Els De Bie, Geert De Blust, Sam Provoost, Frank Van de Meutter, Steven De Saeger, Dries Adriaens, Maud Raman, Toon Westra, Jan Van Uytvanck, Johan Neirynck, An Vanden Broeck, An Leyssen, Rein Brys, Wim Mertens, Gerald Louette, Alexander Van Braeckel, Anik Schneiders, Bruno De Vos, Toon Van Daele, Piet De Becker, Kris Vandekerkhove, Jeroen Van Wichelen, Thierry Onkelinx, Cécile Herr, Jo Packet, Gunther Van Ryckegem.
We zijn ook verschillende medewerkers van ANB zeer erkentelijk voor de opvolging van vragen en discussiepunten. Onze gedachten gaan hierbij bijzonder naar de betreurde Ward Verhaeghe, die veel enthousiasme vertoonde voor dit meetnetteninitiatief en die mee de belangrijkste keuzes bepaalde in de beginfase. In de beginfase werd het project stipt opgevolgd door Martine Waterinckx en Katia Nagels. We bedanken verder (in willekeurige volgorde): Jos Rutten, Thomas Defoort, Carl De Schepper, Jeroen Nachtergaele, Gert Van Hoydonck, Danny Van Den Bossche, Wouter Faveyts.
Heel wat collega’s van het beleidsdomein Omgeving verleenden hun spontane medewerking. We bedanken (niet-exhaustief en in willekeurige volgorde): Jeroen Staelens, Hilde Heyrman, David De Pue, Ralf Eppinger, Filip De Brabandere, Bo Van den Bril, Petra Deproost, Els Lesage, Didier D’hont, Edward Roekens, Carole Ampe, Katrien Oorts, Martin Verdievel, Joost Salomez, Martine Swerts.
Beleidssamenvatting
Op basis van vraag en antwoord worden hieronder de kernpunten van het rapport samengevat. Uitgebreidere samenvatting is doorheen het rapport te vinden aan het begin van de meeste hoofdstukken of paragrafen (de kadertjes ‘om zeker te onthouden’).
Wat is het natuurlijk milieu en wat is het belang ervan?
- Het natuurlijk milieu staat voor de abiotische omgeving van de natuur. Denk daarbij aan eigenschappen van oppervlaktewater, bodem, grondwater en lucht. Deze eigenschappen noemen we milieufactoren (grondwaterpeil, calciumconcentratie in oppervlaktewater, bodemzuurtegraad, …). Een milieufactor kan volgens uiteenlopende tijds- en ruimteschalen functioneren en effect hebben, bijvoorbeeld op landschapsschaal of op lokale schaal, en op kortere of op langere termijn.
- Het natuurlijk milieu speelt een zeer grote rol in de kansen voor ontwikkeling of behoud van een levensgemeenschap. Bijvoorbeeld geeft het vierde Milieubeleidsplan (MINA 4) aan dat de belangrijkste randvoorwaarde voor de biodiversiteitsdoelstellingen in het natuurbeleid de goede lokale milieukwaliteit is.
Wat is een milieudruk?
Een milieudruk is een antropogene wijziging van een milieufactor, als onmiddellijk gevolg van een maatschappelijk proces (zoals landbouw, verkeer, industrie, …), en oefent een (vaak onrechtstreekse) negatieve invloed uit op natuur. Voorbeelden van milieudrukken zijn verzuring via de lucht, eutrofiëring via het grondwater, toename van overstromingsduur of -frequentie, …
Wat is het voortraject dat aanleiding gaf tot het rapport?
- De opdracht van monitoring van het natuurlijk milieu is voorzien in de Vlaamse natuurregelgeving.
- Rond de monitoring van het natuurlijk milieu maakten het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) in 2012 strategische afspraken om een traject op te starten in de context van Natura 2000.
- Er is bij de aanvang van het ontwerpproces van uitgegaan dat aparte, natuurgerichte milieumeetnetten nodig zijn voor de compartimenten grondwater, oppervlaktewater, lucht en bodem. Deze worden samen aangeduid als de Meetnetten Natuurlijk Milieu of kortweg de MNM (meervoud).
- Het nagaan van de mogelijkheden van samenwerking, afstemming of integratie met reeds bestaande initiatieven van het milieubeleid was van in het begin een aandachtspunt voor de MNM.
Waarom zijn de Meetnetten Natuurlijk Milieu (MNM) nodig?
- De basisreden waarom de MNM in Vlaanderen worden opgezet, is dat diverse milieudrukken de beoogde toestand van habitattypes in belangrijke mate verhinderen of bedreigen. Milieudrukken zijn in die mate aanwezig dat ze het actieve natuurbeleid belemmeren bij het realiseren van de gewestelijke natuurdoelen.
- De invloed van milieudrukken in Vlaanderen verklaart de grote nood aan natuurgerichte milieu-informatie om het actieve natuurbeleid te ondersteunen. Een belangrijke taak van het actieve natuurbeleid bestaat er in om het kader en de maatregelen(programma’s) te voorzien opdat de milieuknelpunten voor natuur zouden worden opgelost. Ondersteuning met milieu-informatie is nodig voor de planning, onderbouwing, evaluatie en bijsturing van dit beleid (zie figuur).
- Er bestaan in Vlaanderen diverse milieumeetnetten. Er ontbreekt echter een systematische monitoring van het natuurlijk milieu van Natura 2000 habitattypes in Vlaanderen.
- Als voornaamste juridische beweegreden geldt artikel 50undecies van het Natuurdecreet. Zowel de staat van instandhouding als (potentiële) oorzaken van achteruitgang ervan dienen via monitoring te worden opgevolgd in Vlaanderen. Daarnaast zijn de monitorings- en rapporteringsverplichtingen volgens de Habitatrichtlijn (artikels 11 en 17) een onrechtstreekse beweegreden om de MNM te starten. Het natuurlijk milieu speelt een rol in de beoordeling van de regionale staat van instandhouding. Daarom is het logisch om op termijn de resultaten van de MNM te gebruiken in deze EU-rapportage (in analogie met sommige andere West-Europese landen). Meetnetten vormen immers een objectieve basis voor beoordeling.